Tijdens Operatie Gomorra richtten de geallieerde troepen zich voor het eerst op burgers – met behulp van een innovatieve technologie die de Duitse radar vrijwel nutteloos maakte.
VON ERIN BLAKEMORE
In juli 1943 lanceerden de geallieerde troepen een vurige aanval op de op één na grootste stad van Duitsland. De genadeloze bombardementen werden genoemd naar de Bijbelse stad die God met vuur en zwavel verwoestte en waren bedoeld om het Duitse moreel te vernietigen en de oorlog te beëindigen. BRIDGEMAN IMAGES
Paul Peters strompelt de bunker uit, de Hamburgse straat op, vluchtend voor de toenemende hitte die bom na bom in zijn appartementengebouw had veroorzaakt. Terwijl mensen zich naar buiten haasten, worden ze geraakt door winden met orkaankracht, rondvliegende vonken en brandend puin.
Het is 1943, en de aanval die van de geallieerden codenaam Operatie Gomorra had meegekregen, maakt een ordelijke havenstad in het hart van de Duitse oorlogsmachine tot een levende hel.
"De vuurstorm was zo sterk dat hoeden van de hoofden van mensen werden gerukt en door de lucht werden geslingerd als brandende vuurballen", vermeldde hij later in een ooggetuigenverslag. “Zelfs kleine kinderen, die alleen rondrenden, werden letterlijk van de grond gesleurd en door de lucht gegooid.” Hoewel Peters de luchtaanval van die nacht overleefde, kwam zijn vrouw om.
Operatie Gomorra, vernoemd naar de Bijbelse stad die God met vuur en zwavel zou hebben verwoest, was een reeks bombardementen die uiteindelijk acht dagen en zeven nachten zou duren en bedoeld was om de op één na grootste stad van Duitsland met de grond gelijk te maken. Dit markeerde het begin van een nieuwe fase van de Tweede Wereldoorlog, één waarin de geallieerden burgers tot doelwit zouden maken, in een verwoede poging om het Duitse moreel te verpletteren en een einde te maken aan de oorlog. Het was ook de eerste keer dat een innovatieve nieuwe technologie werd gebruikt waarmee de radar van het afweersysteem vrijwel onbruikbaar werd.
Waarom "precisiebombardementen" allesbehalve precies waren
Het aanvallen van burgerdoelen was een idee dat geallieerde leiders aan het begin van de oorlog nog afstotelijk vonden. Ondanks aanvankelijke verliezen en de demoraliserende Duitse bomaanvallen op Londen in 1940 en 1941 weerstonden ze in eerste instantie de roep om de Duitsers een koekje van eigen deeg te geven. "Beste heer, dit is een militaire oorlog, geen burgeroorlog", waren de befaamde woorden van de Britse premier Winston Churchill tegen een parlementslid dat had opgeroepen tot een snelle vergelding van de Blitz.
Maar tegen 1943 werd die visie steeds minder populair. De Royal Air Force (RAF) gebruikte een "precisiebombardementsstrategie", waarbij overdag aanvallen op militaire en industriële doelen werden uitgevoerd en 's nachts propaganda over Duitse steden werd uitgestrooid. Maar die strategie werd gehinderd door de onnauwkeurigheid van het materieel van Britse piloten en de gevaren van aanvallen op klaarlichte dag. Er vielen vele slachtoffers.
De RAF ging toen over op nachtelijke bombardementen. Maar Britse bommenwerpers waren niet gemaakt voor nachtvluchten en de verduistering en het Duitse luchtafweergeschut maakten precisiebombardementen vrijwel onmogelijk. Uit een intern rapport blijkt dat slechts één op de vijf bommenwerpers zijn lading liet vallen binnen vijf mijl van zijn doel.
De opkomst van "gebiedsbombardementen"
Het was tijd voor een andere tactiek en dus een controversiële strategie die bekend staat als "gebiedsbombardementen". Het concept was heel eenvoudig: In plaats van specifieke doelwitten te bombarderen, zouden geallieerde bommenwerpers zich richten op zowel die doelwitten als de omliggende civiele gebieden. Met deze nieuwe strategie hadden de geallieerden besloten dat hun vijand niet alleen Adolf Hitler of het Duitse leger was, maar ook het Duitse moreel.
Ondanks hun aanvankelijke aarzeling gingen Churchill en de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt akkoord met een nieuw plan om Duitse steden tot doelwit te maken en te vernietigen. Hun redenering? Misschien zouden één of twee ongekende aanvallen genoeg zijn om de oorlog te beëindigen. Er waren nog twee voordelen voor de geallieerden: Een grote overwinning met een gebiedsbombardement zou de kritiek op de onnauwkeurige bombardementen van de geallieerden wegnemen en de Sovjet-Unie helpen, die door nazi-Duitsland vanuit het oosten was aangevallen.
Terwijl de geallieerden plannen maakten om een Duitse stad te bombarderen, keken ze goed naar de Blitz die de Londenaren zo had geschokt. Nadat analisten hadden opgemerkt dat Britten wier huizen door bommen waren getroffen waarschijnlijk niet aan het werk zouden gaan, stelden ze vast dat de vernietiging van de grootste steden in Duitsland de Duitse oorlogsinspanning waarschijnlijk zou verlammen. En dus besloten ze om, naast traditionele explosieven, ook brandbommen te gooien om brand te veroorzaken, nadat ze hadden gezien hoeveel schade de Duitse bommen hadden aangericht in Londen.
Ze voerden uitgebreide tests uit om te bepalen hoe ze optimaal konden profiteren van de branden die door die bommen werden veroorzaakt. Het doel was om de neiging van de brand om zich uit te breiden te benutten in combinatie met droge weersomstandigheden en andere factoren, in de hoop dat de noodhulpverleners overweldigend zouden raken en zoveel mogelijk gebieden zouden in de as zouden worden gelegd.
Het enige wat de geallieerden nu nog nodig hadden was een plek om het grote debuut van de tactiek te organiseren. Die vonden ze in Hamburg. Hamburg was een belangrijk centrum van zowel Europese als wereldwijde handel en een steunpilaar van de Duitse militaire macht. De U-boten en andere schepen die Duitsland zo'n gevaarlijke vijand op zee maakten, werden daar geproduceerd, en de 1,5 miljoen inwoners leverden een kritische bijdrage aan de oorlogsinspanning.
De Duitse radar uitschakelen
De factoren die van de havenstad een eersteklas doelwit maakten, maakten het ook een verraderlijk doel. Hamburg verkeerde tijdens de hele oorlog in de hoogste staat van paraatheid en was uitgerust met enorme zogenaamde Flak-torens vol luchtafweergeschut, bewaakt door de modernste radartechnologie.
Maar geallieerde strategen hadden een geheim wapen achter de hand: een nieuwe technologie met de codenaam "Window".
Window, een tactiek die nu bekend staat als antiradarsneeuw, werd uitgevonden door de Britse wetenschapper Joan Curran. Het idee was om valse signalen te creëren op Duitse radarschermen door reepjes aluminiumfolie met de bommen mee te gooien. Wanneer een radargolf die honderden glimmende reepjes raakt, wordt de energie weerkaatst naar het radarscherm. Die weerkaatste energie zien radaroperators als een groot object, waardoor ze worden misleid en ze zich richten op wat eigenlijk lege lucht is. Window creëerde een virtueel rookgordijn dat de Duitse radar vrijwel zinloos maakte.
Operatie Gomorra begint
Op 24 juli 1943, om ongeveer 1 uur 's nachts, vielen de eerste bommen van "Operatie Gomorra". In de dagen die volgden, vlogen honderden Britse en Amerikaanse vliegtuigen over Hamburg. Britse vliegtuigen voerden de nachtelijke aanvallen uit, terwijl de Amerikanen overdag vlogen.
Toen de Britse bommen de stad raakten, barstte er op de grond pure chaos uit. Verward door de antiradarsneeuw stuurde de Duitse luchtmacht piloten op zinloze missies, terwijl zoeklichten doelloos de lucht afzochten en schutters op de grond schijnbaar willekeurig schoten. En dat was pas de eerste nacht.
In de dagen en nachten die volgden werd steeds opnieuw aangevallen. Burgers deden hun best om de vlammen te doven die hele stratenblokken verwoestten, maar hun inspanningen waren meestal tevergeefs. Hedendaagse rapporten bevatten beschrijvingen van verblindende vlammen, in paniek geraakte burgers en instortende gebouwen.
Precies zoals de geallieerden hadden gepland, creëerde een combinatie van weersomstandigheden en explosieven de perfecte voorwaarden voor brand. Hamburg was in de ban van een ongewoon droge zomer, waardoor de houten structuren in aanmaakhoutjes waren veranderd.
De vuurstorm
De ergste nacht was die van 27 juli, toen een ongekende vuurstorm de stad overviel. De wind bereikte snelheden van bijna 275 kilometer per uur en de temperatuur van de straat steeg tot minstens 1400 graden, genoeg om glas en asfalt te doen smelten. De snel opstijgende lucht voedde een stormvloed aan nieuwe zuurstof, waardoor het vuur nog verder werd gevoed. De zuurstof werd letterlijk uit kelders en schuilplaatsen gezogen en vervangen door koolmonoxide en rook, waardoor de bewoners stikten.
Gedesoriënteerde en doodsbange burgers verspreidden zich door de stad terwijl hun kleding zich in hun huid vastbrandde en ze probeerden vallende gebouwen en dode lichamen te ontwijken. Terwijl inwoner van Hamburg Heinrich Johannsen met zijn zoon onder een natte deken zat weggekropen in een berg grind op een bouwplaats, zag hij "veel mensen veranderen in levende fakkels". In kelders en schuilplaatsen werden lichamen gewoon verpulverd. De krijsende storm veroorzaakte rookkolommen van 6000 meter hoog; van boven meldden Britse piloten de geur van brandend vlees.
Toen de vlammen eindelijk uitdoofden, een week nadat de eerste bommen op Hamburg vielen, bleek de stad verwoest op een manier die nog nooit eerder was gezien. Er was in totaal 9000 ton aan bommen gevallen en minstens 37.000 mensen waren om het leven gekomen. Meer dan 60 procent van de woningen in de stad was verdwenen. Het was het meest destructieve gevecht in de oorlog tot dan toe. In de daaropvolgende dagen vluchtten bijna een miljoen mensen uit Hamburg; ondertussen werden gevangenen uit concentratiekampen naar de stad gebracht om graven te delven en de boel op te ruimen.
Duitsland was verbijsterd. Hoewel nazi-ambtenaren de Geallieerden publiekelijk beschuldigden van oorlogsmisdaden en de bombardementen uitbuitten voor propagandadoeleinden, waren ze privé geschokt. Ondertussen werd de campagne door de geallieerden geprezen als een broodnodig succes.
Was Operatie Gomorra gerechtvaardigd?
De bereidheid van de geallieerden om een hele stad te decimeren - en daarmee tienduizenden burgers - was niet alleen een voorbode van hun uiteindelijke overwinning, maar ook van de brandbombardementen op Dresden en de nucleaire vernietiging van Hiroshima en Nagasaki in 1945. Hamburg bleef tevens een doelwit voor de geallieerden, want de oorlogsindustrie daar herstelde zich binnen enkele maanden grotendeels.
Maar het vurige debuut van gebiedsbombardementen is nog altijd reden voor debat onder historici, die zich afvragen of de tactiek gerechtvaardigd is als antwoord op Duitslands totale oorlog en of de doelstelling daadwerkelijk is bereikt. De gehoopte vernietiging van het Duitse moreel is nooit gerealiseerd. In plaats daarvan bleek uit de bombardementen hoe veerkrachtig het Duitse volk was en hoe vastberaden de nazi-staat om tot het bittere einde te blijven vechten.
Na de oorlog vertelde Albert Speer, minister van bewapening en oorlogsproductie van de nazi's, zijn ondervragers dat de brandbombardementen op Hamburg "een buitengewone indruk hebben gemaakt" op Hitlers naaste adviseurs en dat hij Hitler liet weten dat soortgelijke geallieerde aanvallen "een snel einde aan de oorlog zouden kunnen maken". Dat was echter niet het geval: na Operatie Gomorra voerden de nazi's hun militaire inspanningen op, ondanks dat burgers hieronder leden.
Historici zetten ook vraagtekens bij de beslissing van de geallieerden om burgers ook in de laatste twee jaar van de Tweede Wereldoorlog tot doelwit te maken, zelfs toen duidelijk was dat Duitsland zich op de rand van de nederlaag bevond. De geallieerden bombardeerden Hamburg in de overtuiging dat ze het bloedvergieten konden stoppen. Maar de vuurstorm die ze creëerden kon de wil tot oorlog niet vernietigen.